Spassky’s – Schaakwoude, 16 maart 2019

verslag: Peter Bodewes

Zaterdag 16 maart. De Spassky’s spelen thuis tegen Schaakwoude uit het mooie Damwoude. Lopend in de stromende regen van parkeerplek naar speelzaal merkt iemand op dat het een lekker schaakweertje is. Kletterende regen, kou en geen zonnestraaltje in de verre omtrek. Je kunt beter binnen zitten dan buiten, zeker waar. Je zal ergens in een kort broekkie op een veld staan te blauwbekken zeg. Hou op! In een appje van captain Putski voorafgaand aan de wedstrijd wordt de teamleden gevraagd om de herinnering aan de voorgaande wedstrijd tegen Sissa uit te poetsen. We hebben ons best gedaan hoewel het mij niet meeviel. Eenmaal binnen was Elias Oude Brunink de allereerste die ik tegenkwam. Nu vind ik het nooit vervelend om Elias tegen te komen maar deze keer had ons korte gesprek over zilver, goud en brons toch iets geforceerds, leek het. Daarbij liep ik direct na mijn partij, buiten, voor een frisse hap lucht, onmiddellijk Edim tegen het lijf. Ik had net 54 enerverende zetten in een toreneindspel achter de rug maar de ontmoeting met Edim deed me toch onherroepelijk denken aan een ander toreneindspel. Snel vergeten, herinneringen wegpoetsen, ik weet uit ervaring dat het niet meevalt. “Herinnert u zich deze nog?” was vroeger, misschien nog wel, een veelgehoorde jingle op de radio. Direct daarop werd je dan een of ander oud lijk voorgeschoteld uit de top der middelmatigheid en wat je de rest van de dag ook deed, je kreeg dat rotdeuntje niet meer uit je hoofd. Herinneringen wegpoetsen. My ass! Was het maar zo gemakkelijk. Maar goed, vandaag is het geen dag voor oude koeien. Hoewel die, al hebben ze een tijdje ergens in een sloot gelegen, met voldoende stooftijd en een ruime berg boter, nog prima te haggelen zijn. Glaasje rood erbij…

Ik geloof dat we tegen Damwoude meestal winnen. Ik heb het niet nagezocht maar ik heb er wel een paar goede herinneringen aan. Al is mijn geheugen niet meer wat het is geweest, toegegeven. Ik kan er dus best naast zitten maar dat maakt ook helemaal niet uit, het gaat om vandaag. Herinneringen doen we even niet aan. De hele natuur schreeuwde zoals gezegd dus om een stevige pot schaak en dat deden we. De een iets steviger dan de ander maar daarover later meer. Eerst maar eens het opmerkelijke feit van onze opstelling. Niet acht spelers maar negen in het veld! Een onwaarschijnlijke luxe voor een klein clubje als de Spassky’s. Soms is het voor de teamleider een hele klus om acht spelers opgesteld te krijgen, nu waren er niet alleen acht spelers maar was er ook nog een conciërge opgesteld. Een vrij ongebruikelijke functie in de schaakwereld maar zonder meer aanbevelingswaardig. Zo’n man die de laatkomers berispt (hoewel we die niet meer hebben, die zijn de stad uitgestuurd en zitten nu in de provincie ergens te simmen dat ze niet meer mee mogen doen), zorgt dat iedereen doet wat ie moet doen (als iemand een potje maakt van zijn notatie krijgt ie even een klein elleboogje in de oogkas), de drankjes verzorgt, een cadeautje heeft klaarliggen in het geval van een verjaardag en na de wedstrijd de zaal even aanveegt. Nuttig en plezierig. Een enkeling had enige moeite met deze voor de Spassky’s nieuwe rol. Hij klopte bij de conciërge aan voor advies met betrekking tot een remise-aanbod. De wijze raad luidde “Ja weet ik veel!” Helder! Je moet een conciërge niet aanzien voor een captain natuurlijk. Iedereen zijn ding.

Het kwam de wedstrijd ten goede, deze negende man. Iedereen was het daar over eens. De hele overtuigende overwinning tegen Damwoude kan geen toeval zijn. De grootste bijdrage moet echter toch worden toegeschreven aan de Croonbrothers. De schaakarena is bij de Spassky’s steeds meer een land voor oude mannen geworden waar klachten over teloorgegane rekenkracht, weggeëbde energie, pijntjes in de speelarm en vroeger was alles beter in het algemeen de doorsnee zijn geworden. Niet bij de Croonbrothers, die zitten na 20 zetten zo boordevol energie dat er klappen gaan vallen. Kijk maar.

Gert Jan Rauw – Roelof Kroon. Wit heeft net 20. Lh2 gespeeld waar 20. Pe4 misschien iets handiger zou zijn. Zwart slaat onmiddellijk toe: 20. … Txh2! Nu is 21. Lxd5 is gedwongen want op Kxh2 komt verwoestend Pf4. Het vervolg is een indrukwekkend vertoon van true grit. 21. … Th4! 22. Lxb7 Dxb7 23. Pe4 Dd5 24. Df3 Ke7 25. Pd2 Tah8 en de witte koning wordt volledig onder de voet gelopen.

De slotstelling. Wit geeft op, alle zwarte stukken zijn monsters en wit wordt kaalgeplukt. Herinneringen aan een antiek boek waarin bij dergelijke aanvallen gesproken wordt over ontploffingen op h2 komen boven drijven. Ik druk ze snel weg. Ontploffingen op h2 … lol.

Jan K speelde vanaf het schoolbord in het instructielokaal gezien naast Roelof. De Croonbrothers nemen de term instructie letterlijk. Hebben we aan bord 1 een les “De aanval op de koningsstelling” mogen aanschouwen, ernaast geeft broer Jan les in “De afwikkeling”. His Dudeness slaat ook op zet 20 toe.

20. Pxc4 Het offer is objectief gezien minder krachtig dan het Txh2 van Roelof maar de zwartspeler durft de variant 20. … dxc4 21. Dxb7+ Kd8 22. Da8+ Ke7 23. Dxa7 niet aan. Wit heeft er voldoende compensatie voor het stuk maar zeker niet meer. Zwart speelt echter 20. … Dc7 en dan ligt het voordeel duidelijk bij wit.

Even later komt El Duderino met het echte juweel van de partij: een afwikkelingscombinatie met eveneens veld c4 in de hoofdrol.

24. c4! Prachtig. Veld c4, dusted white, dying to be splattered with blood! De conciërge gaat op dit moment helemaal uit zijn dak. Hij wil Jan al op de schouders nemen maar dat mag tijdens de wedstrijd helemaal niet, dat weet hij best.

Laatste diagram. Zwart hangt zwaar in de touwen maar wellicht biedt 43. … Ld3 nog enige hoop op overleven. In de partij volgde 43. … Tb1+ 44. Kf2 Tb2+ 45. Ke3 Tb3+ 46. Kd4 Txg3 47. Lxf5 en de witte f- pion beslist. Schitterende partij! Nobody fucks with the dude!

De volgende wedstrijden stellen we niet negen man op maar twee. Vier hapjes voor elk van de Croonbrothers! Op dit moment staan ze samen overigens op 8 uit 8! Iemand nog iets in te brengen?
In de rij achter de gebroeders zitten Evert en Janski. Ik ben bang dat hier de klachten over teloorgegane rekenkracht, weggeëbde energie, pijntjes in de speelarm en vroeger was alles beter iets prominenter boven borrelen. Bij Evert leidde dat na de wedstrijd tot bespiegelingen en herinneringen. Iedereen met kinderen kent het boek “Oei, ik groei” en dat is de literatuur waar Evert herinneringen aan ophaalt. Evert: “De theorie van dat boek is dat de groei in de jeugd niet gelijkmatig gaat, maar in sprongetjes. Sinds gisteren ben ik ervan overtuigd dat de ouderdom ook met sprongetjes gaat, maar dan de andere kant op!” Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat hij inmiddels bezig is met het schrijven van zijn memoires. De titel van het boek is er al: “Oei, ik knoei.”

Evert Janse – Ronald van der Veen. De stelling na de 24e zet van zwart. Zwarts laatste zet is een enorme bok: 24. … Td4? Alles piept en kraakt na die zet en 25. Dg2 en 25. Df2 winnen onmiddellijk. Maar in plaats daarvan speelt Evert 25. Dxe4? en moet daarna nog keepen om het remise te houden. Dat lukt gelukkig, dat weer wel. Het kan weliswaar met sprongen achteruit hollen maar ondanks de krampjes, de pijntjes en de verzuring gaat Evert niet zo maar liggen.

De verzuring in de speelarm begint bij Janski rond zet 29. Tot zover een uitstekende partij gespeeld en het betere van het spel gekregen vlak na de opening. Maar dan begint de wijsvinger te trillen, de stukken worden per zet zwaarder en de schouder gaat wat hangen.

Henk Jansen – Henk Broersma. Stelling na 31. hxg4 Wit heeft allerlei actieve mogelijkheden (Da4, Pd4) maar een beginnend zuurstoftekort doet besluiten tot 31… Pe7. Op zich helemaal niets aan de hand maar zoals Henk zelf aangeeft begint het hier te schuren. Gaandeweg wordt het minder en minder… sprongsgewijs natuurlijk. Overigens is het Maurits die bij die sprongetjestheorie aangeeft dat ook de evolutie schoksgewijs verloopt, en dat geologische tijdperken worden afgesloten door kosmische rampen. Dat klopt inderdaad, het ene moment zijn de kinderen nog lekker aan het spelen met plastic dino’s en het volgende moment doet zich een kosmische ramp voor met namen als Xbox en PS4. Maar dat terzijde.

Van het voordeel dat zwart lange tijd heeft gehad is niets over. De stelling is ongeveer gelijk. Maar we zitten inmiddels rond zet 40 en Henks speelarm bungelt nu als een dood takje van zijn afhangende schouder en hij speelt met de kin op tafel steunend noodgedwongen met links. Het overzicht ontbreekt, het rechteroog zit dicht, een vervaarlijk kloppende ader in zijn hals kleurt paarsachtig groen. Een ramp ligt in het verschiet… 39. … h5?? Een paar zetten later gaat ook nog geheel overbodig een kwaliteit verloren en is het afgelopen. Tegen beter weten in doet Henk nog een tiental zetten maar dat verandert de zaken niet meer.

Op de derde rij in het klasje zien we Putski en Bodewes. De conciërge had ergens twee stellingen gevonden. Zie hieronder.



Wie gaat wat doen was de vraag. Putski de bovenste stelling of de onderste? En wat zijn de voorkeuren van Bodewes? Zelf heb je er niet veel over te zeggen. Zo’n conciërge regelt zulke zaken. Er komt een stemming. Conference calls met Polen en Brabant. Te elfder ure nog een telefoontje uit het grensgebied tussen Groningen en Friesland. De andere leden moeten anoniem briefjes invullen met hun keus. Argumenten aanleveren waarom zus dan wel zo. Na enige tijd kwam de conciërge met de uitslag. “Het is duidelijk”, zei hij. “Unaniem is gekozen. Putski gaat de onderste stelling niet spelen!”. Een wijs besluit blijkt later.

Putski geeft de b pion voor activiteit en de complicaties groeien de witspeler snel boven het hoofd.

Zwart heeft een geweldig initiatief en na 34. Pb2? Pxf4 is de partij gespeeld. Heel wat langer
duurt het bij het toreneindspel. Na de tien zetten die Putski nodig heeft om te winnen, is daar nog nauwelijks enige duidelijkheid in de strijd gekomen. Dat duurt nog bijna 20 zetten.

Wit heeft een winnend voordeel maar de witspeler wil zijn jeugdige inborst nog even tonen en vertraagt de partij met minstens twintig zetten door niet gewoon 38. Tc4 te doen maar het bij daglicht onbegrijpelijke 38. Tf3? Je kan dan weer bijna overnieuw beginnen. Nog weer 15 zetten later komt een moment dat in de pizzeria nog even ter tafel komt.

Aan stelling die herinneringen oproept aan zet 38. Alweer is Tc4 de aangewezen zet maar ik deed een beetje onvoorzichtig 54. h5 Evert was terecht nogal kritische over deze zet en beweerde zelfs dat zwart hier gewonnen stond. Dat valt nogal mee maar zwart heeft op dit moment wel een weg naar remise. 54. … Td3+ 55. Tf3 en nu, in plaats van het zwakke 55. … Td6? de sterkere variant 55. … f4+ 56. Kg4 (zo had ik het gepland maar misschien is Kg2 beter). Td1. Er zijn nu veel manieren om de partij te houden. Het meest interessant is misschien 57. Th3 Ke4 58. h6 Tg1+ 59. Kh5

Analyse diagram

Hier heeft zwart nog een remiseweg en dat is 59. … Kf5! met vervolgens eeuwig schaak op g5, g6 en g4.
Na de partijzet 55. … Td6? wordt alles snel duidelijk.

61. Tg3! en er is geen houden meer aan.

Achter in de klas zitten Maurits en Jan P. Vroeger zaten de balorige types en de langharige nozems altijd achter in de klas. Beetje propjes schieten, scherpgeslepen potloden in de plafondplaten gooien. Onder de tafel stripboekjes lezen tijdens de les, in de zomer stiekem uit het raam klimmen … ach, herinneringen. Vandaag ging het achter in de klas, mede dankzij een alerte conciërge die onmiddellijk de regie nam bij notatiefouten en dergelijke, allemaal goed. Anderhalve punt scoorden Maurits en Jan. Maurits in de stijl van een pitbull met blaasontsteking, Jan P alsof hij met twee blowtjes achter de kiezen in een hangmat ergens op Barbados naar Ziggy Marley ligt te luisteren. Yeah man!

Sjoerd Hoekstra – Jan Postma. Er is niets aan de hand, volkomen gelijke stand. Geen reden om de hangmat uit te komen. You’re in a mellow mood, You’re feeling irie.

Er is niets aan de hand, volkomen gelijke stand. Geen reden om de hangmat uit te komen. You’re in a mellow mood, You’re feeling irie.

Er is niets aan de hand, volkomen gelijke stand. Geen reden om de hangmat uit te komen. You’re in a mellow mood, You’re feeling irie. Remise.

WTF! Where’s the beef… Het thema bij Maurits is na ruim 15 zetten volkomen duidelijk. Een partijopzet die herinneringen oproept aan de oude meesters. Steinitz, Lasker, Zuckertort, zulke mannen. Sigaartje erbij, cognakkie…

Alle stukken zijn richting de koningsvleugel gedirigeerd, de zwarte koningsstelling is iets verzwakt en hier heeft wit een mooie kans met 24. Tf4! Er dreigt Th4 en op Kg7 komt Tf5! met aanval op het Pe5. Maurits speelt echter 24. Dh3 en het duurt lang voordat er echt iets tastbaars is. Opmerkelijk genoeg komt het voordeel uiteindelijk van de damevleugel en niet de koningsvleugel.

Nog een toreneindspel. Dit keer een hele duidelijke. Zwart staat volkomen passief en het verzilveren van het punt kost Maurits niet al te veel moeite meer.

Als ik goed heb geteld 6-2 voor de Spassky’s. Een buitengewoon overtuigend resultaat. Zoals gezegd winnen we wel vaker van Schaakwoude maar ik geloof niet dat dat met zulke cijfers gaat normaliter. De oude knarren kunnen het nog een beetje. Nog twee rondjes te gaan, beide niet gemakkelijk. De derby tegen Staunton en als laatste de uitwedstrijd naar Leeuwarden. Met een beetje geluk verliezen we nipt van Staunton, dan kunnen we tegen Leeuwarden weer lekker wegpoetsen. Dat gaat ons prima af. Wel een conciërge meenemen… en Jan K!