Spassky’s – HSP, 22 november 2014

Een engeltje op de lat
Spassky’s – HSP Veendam 5-3
verslag: Henk van Putten

De Spassky’s zijn alweer aan hun 8e seizoen bezig in de KNSB. Dat betekent dat zaterdag 22 november, de 3e ronde van het seizoen 2014-2015, de 66e KNSB-wedstrijd op het programma stond. In die wedstrijden is veel gebeurd. Spelers stonden soms huizenhoog gewonnen, één teamgenoot had zich zelfs de gewoonte aangemeten om dan pronkend als een pauw rond te gaan paraderen…één momentje van nonchalance en….weg al het werk van een middag. De kosten gaan voor de baat, er is veel leergeld betaald. Andersom is uiteraard ook geregeld voorgekomen, in iedereen die vertikt al te snel op te geven schuilt immers een ontsnappingskunstenaar – ik ken gelukkig weinig teamgenoten die de handdoek (te) vroeg werpen. Ja: Jan Postma gaf in Apeldoorn eens op in gewonnen stelling, ook dat is gebeurd.

Zo gelukkig als wij afgelopen zaterdag wonnen, en passant ook nog eventjes onze eerste koppositie ooit in de KNSB pakkend, is zover mijn herinnering strekt niet eerder voorgekomen. Onze wedstrijden hadden tot nu toe vrijwel altijd een min of meer ‘eerlijke’ uitslag gekend. Natuurlijk verloren we wel eens nipt met 3.5-4.5 en was er gejammer, even zo groot als ons gejuich was om een zwaarbevochten 4.5-3.5 zege op een ander moment. Een bal kan via de paal het veld weer in springen, of net de goede kant op rollen. Alles is en blijft statistiek; meestal middelen zich mee- en tegenvallers zich wel uit; zelfs binnen één wedstrijd.

De uitslag van Spassky’s – HSP Veendam echter viel uiterst rechts in de normaalverdeling; misschien niet die zoals vooraf ingeschat (lees Peters verslag van de vorige wedstrijd en zie de voorspelling die hij Koster toedenkt te zullen doen), maar wel die van de situatie na zo’n drie uren spelen: Op de schaal van Fritz lopend van bord 1 naar bord 8: Roelof min 3, Putski min 5, Alidston min 3, Evert 0, Peter min 3, Maurits 0, Janski 0, Rolf 0. Vier verlorenstaande partijen, vier gelijk (of al geëindigd in remise). 2-6 was geen gekke voorspelling. Dries deed haar zelfs. Jongens: dit wordt een drama. Onderstaande fragmenten laten zien dat deze prognose zeker niet overdreven was.

Lulof-Kroon

Bord 1: Lulof – Kroon, stelling na 29…Lxh2?

Roelof had een sterke partij gespeeld, maar rond de 26e zet sloopt er onzekerheid in zijn spel. Wit had hier serieuze winstkansen gekregen na 30. Pb5. Gelukkig koos hij voor 30. Pc6 waarna 30…Tc4 een belangrijk tempo opleverde en de stelling binnen de veilige marges bleef. De afwikkeling even later naar een gewonnen eindspel door Roelof was fraai:

Lulof-Kroon

Bord 1: Lulof – Kroon, stelling na 35. b4

35…Txc3! 36. Txc3 Lxd4 37. Tc8 Txc8 38. a8D Txa8 39. Txa8+ Kh7 en het resulterende eindspel was eenvoudig gewonnen voor zwart.

Putski-Geeraets

Bord 2: Putski – Geeraets, stelling na 27. Tc8.

Door een rekenfout was ik in de opening een stuk kwijtgeraakt, met minimale compensatie. De enige reden dat ik nog speelde was dat tegenstander Geeraets weliswaar zetten deed die de winst vasthielden, maar niet de handigste weg koos. Heel lang was het opschuiven met de f-pion voldoende geweest om mijn verzet te breken. In de diagramstelling wint 27…Pb6 nog steeds: 28. Tb8 Db1+ 29. Kf2 Dc2+ en 30…Dc7. Geeraets zag het niet meer en verspeelde met 27…h5?? zijn stuk: 28 Txd8+ Kxd8 29 Da8+ Ke7 30. Da3+ en remise overeengekomen na herhaling van de laatste drie halve zetten.

Wielenga-Henries

Bord 3: Wielenga-Henries, stelling na 25…dxc5.

Zwart is positioneel eerst op de koningsvleugel de duimschroeven aangedraaid en, alsof dat nog niet genoeg was, vervolgens ook nog eens op de damevleugel. Gelukkig komt Alidston in tijdnood en blijkt Wielenga er niet ongevoelig voor te zijn een schuin oogje op Alidston klok te houden. In de diagramstelling zou het doek na 26. Txc5 gevallen zijn, 26. Txa6?? bokt een loper weg in één. Alidston liet niet meer los, onderwijl toeschouwer Jan Postma nog wel een paar maal tot waanzin drijvend door de klok tot 5 seconden terug te laten tikken.

Logtmeijer-Bontjer

Bord 6: Logtmeijer-Bontjer, stelling na 27. Dd2.

De stelling is al de hele partij gelijk, zwart hoeft slechts de dreigingen rond punt h6 adequaat te pareren om de witte kansen in de kiem te smoren. Een goede zet was nu 27…b3 geweest, maar dat is niet makkelijk te zien. 27…f5 is ook zeer speelbaar. Zwart zag het gevaar te laat en liet 27…Kh7? los. 28 Th4 1-0.

Borden 4, 7 en 8 lieten remises zien, waarbij het evenwicht nooit verbroken leek te zijn, maar waarbij wel overwegend tevredenheid overheerste bij de onzen.
Evert: “Licht voordeel in opening, daarna twee mindere zetten. Sterk spel zwart, -0.51 of zoiets. Daarna kon ik d5 spelen en afwikkeling naar potremise stelling.”
Janski: “Goede pot. Tevreden met spel.”
Rolf: “Fritz vindt het steeds iets beter tot beter voor wit. Een plusremise.”

Dan ontbreekt nog één partij: die van bord 5. Dat aan dit bord een eventuele beslissing altijd in het voordeel van een Peter zou zijn, stond vooraf met 100% zekerheid vast. Helaas werd het niet onze Peter. Hier hield de tegenstander schaamteloos vast aan de verwachte uitslag na drie uren. Kan het ermee te maken hebben dat de tegenstander van Bodewes de wiskundige Riksten was? Peter B. miste één kans:

Riksten-Bodewes

Bord 5: Riksten-Bodewes, stelling na 25. Tf1?

Wits laatste zet was niet handig. Zwart had nu een voordelige stelling kunnen bereiken met 25…Pg3. Helaas bracht hij met Lg3 een ander stuk naar dit veld, waarna wit de partij naar zich toetrok: 26. Lf3 Dh4? 27. Lxe4 xe4 28. Lc3!

Overigens speelt Riksten normaal op één. Toen hij op vijf plaatsnam vermoedden wij een tactische opstelling, maar de reden hiervan was een andere: Peters broer was de dag ervoor in het huwelijk getreden en de nacht daardoor kort geweest.

5-3 dus, completement comme prédit par Dries. En de koppositie! De concurrentie, bij monde van G. Knol, teamleider van Sissa 2, wilde deze vooral toeschrijven aan ons lichte programma tot nu toe. Wij kunnen inderdaad niet tegenspreken dat we noch tegen Sneek, noch tegen Lasker hebben gespeeld. Overigens zijn we ook Stork nog niet tegengekomen. En nog iets: Sneek, net zo min als Lasker, reikte aan onze score tegen HSP Veendam respectievelijk Dr. Max Euwe. De Twee Kastelen leed zelfs zijn enige nederlaag tot nu toe tegen ons. Maar laat ik ervoor waken dat wij, pronkend als een pauw, onze eerste plaats hoog van de kantelen bazuinen. Niet alleen een wedstrijd, ook een seizoen kan zomaar kantelen.

Aan het eind van de middag laten wij de zeeslang Fluit-Dijkstra (Sissa-Sneek) voor wat hij is (dit was remise en dit bleef remise), bij vertrek loop ik nog een uitgelaten John Riksten en Hans Polee tegen het lijf: Staunton heeft eindelijk ook eens gewonnen (Staunton-Sneek 2), 6-2, daar dus wel. In een door Alidston gepromote pizzeria, Johnny en Hans geheten, zijn een paar van de geserveerde pizza’s te zout. Niet die van Roelof en mij, toch spreken wij nog even over het zout der aarde, wandelend in de richting van Atlantis. Laat 66 overigens ook het aantal boeken in de (protestantse) bijbel zijn.

Blijft de vraag wie toch dat engeltje op onze lat was….we kunnen er in dit ondermaanse slechts naar gissen. Laat ik besluiten met een foto, die een aanwijzing zou kunnen zijn. Iemand had beloofd blunders te komen aanschouwen en er was op hem gerekend. Na zijn komst waren het niet de Spassky’s, doch onze tegenstanders wie de blunders -spontaan en in grote getale- uit de vingers begonnen te slaan. Een ieder trekke zelf zijn conclusies!

Fluwelen stoel

(klik op de foto om het raadsel verder te ontrafelen)

(c) foto’s Roland Kroezen, onze trouwe en sympathieke wedstrijdleider.

Spassky’s 1960 – HSP Veendam 1935 5 – 3

1. R. Kroon 2166 – J. Lulof 1900 1 – 0
2. H.van Putten 2105 – V. Geeraets 2068 ½ – ½
3. A. Henries 2004 – W. Wielenga 1980 1 – 0
4. E. Janse 2035 – J. Havinga 2002 ½ – ½
5. P. Bodewes 1860 – P. Riksten 2085 0 – 1
6. M. Logtmeijer 1940 – B. Bontjer 1865 1 – 0
7. H. Jansen 1798 – T. Hadderingh 1837 ½ – ½
8. R. Yska 1772 – L. Jerphanion 1751 ½ – ½