Oosten Toren – Spassky’s, 21 september 2013

Kent u die grap van dat paard en die toren?

Ik geloof dat het Teeuwen was die tijdens zijn editie van Zomergasten deze klassieker van het komisch duo Horwitz en Kling aanhaalde. Tussen fragmenten van Tommy Cooper en Andre van Duin in, meen ik mij te herinneren. De wat belegen grap is dat het na 1.Kf6 Nh7+ 2.Kg6 Nf8+ 3.Kh6 Kh8 4.Rf7 Kg8 hartstikke hotjepotje is maar na 4… Pe6? 5. Tf6 is het paard afgesneden en kan het arme dier worden ingesloten en opgehaald. Lachen, gieren, brullen natuurlijk en waar Wilfried de Jong bij Tommy Cooper zijn gezicht nog aardig in de plooi kan houden, lag hij bij de oude vrienden Horwitz en Kling echt onder de tafel van het lachen. Ergens op de achtergrond struikelde ondertussen een man van het licht over een snoer. Algehele hilariteit en nu al een moderne klassieker. Hoe ik hier allemaal bij kom, vraagt u? Tja, ik weet het eigenlijk niet… op de een of andere manier stond ik er vanochtend mee op. Vraag me niet waarom.

Maar goed, Oostentoren – Spassky’s. Daar zou ik het eigenlijk over hebben. Een wedstrijd waarmee we vorig jaar ook het seizoen begonnen. Een memorabele wedstrijd, die van vorig jaar. Dries die bij een 3½ – 3½ stand een toreneindspel dusdanig mishandeld dat hij ons zonder matchpunten naar huis stuurt.

Maanden lang is het daarna onduidelijk gebleven of wij mailen om te schaken of dat we schaken om te mailen. Een leek met een gezonde helikopterview zou heel goed tot de conclusie kunnen komen dat we een mailclub zijn die, om aan voldoende materiaal te komen om de digitale postbus te vullen, af en toe een uitstapje maken. Want vergist u zich niet! De inhoud van al die mails gaat niet over toreneindspelen of zelfs maar het schaakspel in het algemeen. De mails gaan vooral over parkeren. Een kerel met een beetje gevoel voor drama en filmische visie ziet een gebrilde man uur na uur, met een ouderwetse leren zak met geld, naar een parkeermeter lopen om het ding vervolgens met een geïrriteerde maar soepele polsbeweging vol te stoppen. Aan het eind van de dag is de man gebroken en berooid. Zijn haar zit verward, zijn bril staat scheef op zijn hoofd en de ogen staan dof. In zijn linkeroog is een adertje gesprongen zodat het oog er rood uitziet. Hij sloft zich, met een lege geldzak, door de met rondwaaiende blikjes vervuilde straat, een weg terug naar zijn eigen zinnen. Een kapot gescheurde C1000 tas dwarrelt rond zijn voeten als een teamgenoot hem benadert. “Waarom heb je eigenlijk geen dagkaart gekocht? Langzaam zakt de afgetobde door de knieën en bonkt met zijn hoofd op de stoeprand.

Dat doet me overigens aan een mooi verhaal denken over een paard en een toren. Maar misschien doe ik er goed aan om dit verhaal een andere keer te doen. Het papier is geduldig maar de tijd is beperkt. Later misschien nog eens.

Ik probeer het nog een keer. Oostentoren – Spassky’s dus. Ook dit seizoen is er veel gemaild en ook deze keer ging het weer vooral over parkeren. Schaken wij om ergens te kunnen parkeren of parkeren wij om ergens te kunnen schaken? Een leek met een gezonde helikopterview zou… enz.

Voor de gewone huis,- tuin, – en keukenschaker geen al te ingewikkelde stelling maar het is onze eigen Dries, met wit, die dit op het bord had. Zeven Spassken keken somber naar het bord. De een schudde het hoofd de ander mompelde iets in de trant van “jammer van de partij”, een derde stelde dat Dries beter onmiddellijk kon opgeven om verdere psychische schade zoveel mogelijk te voorkomen. Maar Dries won! Helemaal alleen!
Wat zwart hier allemaal doet maakt geen jota uit, het gaat erom dat wit de goede zetten doet. Ik keek naar Dries toen hij de volgende, voor hem volkomen tegennatuurlijke zetten speelde: 51. Kd6 en 52. Ke5 De koning moet achteruit! Ik zag zweet op zijn voorhoofd parelen… ik zag dat hij de koning met twee handen vasthield om de impuls om het stuk naar voren te bewegen te onderdrukken.

Op zulke momenten is schaken weldegelijk een fysieke sport. Alsof hij tegen de magnetische aantrekkingskracht van de 8e rij in moest worstelen zette Dries alles op alles om de koning niet naar de achtste rij maar naar de zesde rij te krijgen. Zijn hoofd werd eerst rood, daarna paars. Het vilten voetje van de koning begon los te raken door de tegengestelde krachten. Ik zag aderen kloppen op plekken in zijn hoofd waarvan ik niet het vermoeden had dat er aderen liepen maar het lukte Dries om eerst de 51e zet te voltooien en daarna, ik zag dat het iets gemakkelijker ging, ook de 52e zet. Daarna geloofde de zwartspeler hem en gaf op. Mooi om zulke grote stappen voorwaarts te zien. Het is keihard werken maar uiteindelijk heb je dan ook wat!

Dries zijn buurman op bord 4 was ontevreden over zijn partij. Nou is Jan over het algemeen niet zo heel erg snel tevreden over zijn partijen. De meeste verdwijnen dan ook geruisloos in de prullenbak. Meestal met nog een gemompeld leugentje dat hij het notatiebiljet wel in de speelzaal zal hebben laten liggen of iets van dien aard. Ik elk geval werd de partij remise maar zelf vond Jan dat hij dat eigenlijk niet had verdiend. Het eindspel met een pion minder zag er inderdaad nogal verdacht uit. Tijdens het eten in een etablissement waar we nog over komen te spreken vonden we allerlei fantastische wendingen maar er moet wel bijgezegd worden dat er op tafel zowel rode wijn als Leffe Trapist is gespot… en, zoals al vermeld… geen notatiebiljet.

Dan bord 2. Nog een toreneindspel.

Er zijn er nog twee partijen bezig. Het staat 3½ – 2½ voor de Spassky’s. Aan bord 8 worstelt Rolf met een lastige stelling en een nog lastiger tegenstander en op bord 2 speelt Henk een partij waarin net het laatste lichte stuk is geruild en een interessant toreneindspel ontstaat. De laatste zet is geweest 45. … h5 en ik snel naar de kantine waar ik iedereen vertel dat er twee matchpunten staan aan te komen. Het eindspel kan geen moeilijkheden meer opleveren. Het gaat aanvankelijk soepel met 46. Ka2 h4 47. Tf3+ Kg5 48. Tf7 Te2 49. Txa7 Te6 50. Kb3 h3 51. Kb4 h2 52. Ta1 Kg4 53. c4

 

Zwart heeft nu eenvoudig 53. … Th6 54. Th1 en het verschil in activiteit van de beide torens is evident. Nu is onmiddellijke ophalen van de witte toren met Kf3 en Kg2 waarschijnlijk onvoldoende voor de winst maar zwart heeft het hele sterke 54. … Th5! Het witte initiatief op de damevleugel is lamgelegd en zwart wint met zijn ogen dicht. Wat in de partij komt is minder goed: 53. … Kg3 Het moet nog steeds wel gewonnen zijn maar Henk blijft een beetje weifelend spelen. Na 54. Kb5 Th6 55. b4 Kg2 56. Ta2+ ontstaat iets wat naderhand onderwerp van discussie was.

 

 

Henk speelde hier 56. …Kg3? en het is die stelling die in de afterparty steeds opnieuw op de ontleedtafel werd gelegd. Tot twee, drie keer toe zei ik dat ik zeker wist dat er ergens een stelling was geweest waar de koning niet op g3 maar op f3 had kunnen staan. Dit is dus dat moment! Na 56. … Kf3 heeft wit niet anders dan Ta1 of onmiddellijk Txh2 en in beide gevallen is zwart op tijd om de witte pionnen tegen te houden. Dat ene tempo is precies genoeg. 56. … Kf3 57. Ta1 h8D 58. Txh8 Txh8 59. Kxb6 Ke4 en nu zijn er veel varianten die allemaal min of meer op hetzelfde neerkomen. Hier is er een: 60. b5 Kd4 61. c5 Kd5 63. c6 Kd6 64. Kb7 Th7+ 65. Kb6 Tg7 66. Ka6 Kc7 0-1 Zetten die Henk zonder twijfel allemaal had gevonden!
Na de tekstzet verzandde de partij in remise hoewel ook dat niet helemaal zonder slag of stoot ging.

 

Dat doet me trouwens aan een aardige anekdote denken.
Ik zat lang geleden een keer in de oude schaakkroeg de Evenaar en liet de volgende stelling aan iemand zien. Wit: Kf4 Th2 vs Zwart: Kf1 Ph4. Ik was (met Eddie Janssen? Nico Karsdorp?) stellingen aan het uitspelen na 1. … Pg6? 6. Kf4 Pe7 enzovoort. Steeds kwamen we op winst voor de torenpartij uit en naarmate de avond steeds minder jong werd, werden wij steeds enthousiaster over de kracht van de toren en de mankheid van het paard. Het was in die dagen dat, als de avond al helemaal niet meer jong was, Jannes van de Wal kwam binnenstappen. Die was op dat moment meestal nog niet zo heel erg lang uit bed en waar ik de dag net wou afsluiten met een allerlaatste afzakkertje nam hij zijn eerste bakkie koffie van de dag. Jannes bleek, ik wist dat tot dat moment nog niet, een uitgesproken liefhebber van dit soort eindspelen en overstelpte ons met een overdonderende hoeveel ongevraagd en eigenlijk ook ongewenst advies. Alsof, op het hoogtepunt van een groots feest, plotseling de stroom uitvalt… en de drank op is. Zoiets. Jannes zijn koude douche bestond uit de smalende opmerking dat het na 1. … Pg2+ 2. Kg3 Pe1 helemaal remise is. “Knoeiers!” Mijn maat en ik hadden daar met Th1 mat willen geven maar in het zwakke licht van de kroeg hadden we Ke2 domweg niet gezien. Misschien stond er net een flesje bier voor dat veld… dat moet het geweest zijn. In elk geval dropen we af…

Omdat er zowel qua chronologie als bordvolgorde toch al geen enkele logica in dit verhaal zit, staat niets mij in de weg om maar eens naar bord zes te schieten. Het bord waarop Amsterdam besloot hun zwaarste jongen neer te zetten. Heb ik weer… Ik was me hier tijdens de partij natuurlijk niet van bewust maar ervoer wel de nare ervaring dat mijn tegenstander resoluut weigerde slappe zetten te doen. De partij had al vrij vroeg na de opening een hoop onderhuidse spanning. Op zet 13 zat er zowel een paardoffer op b5 in alsook een loperoffer op e6. Na mijn korte rokade besloot de witspeler beide offers niet te spelen maar bouwde nog meer druk op met Lg5. Ik speelde goed, ik was niet ontevreden en het middenspel mondde op zet 26 uit in de hieronder gegeven stelling.

In een vlaag van totale dwaasheid speel ik hier niet 26. … f5 wat ik in de vooruitberekening had willen doen maar speel vrijwel a tempo 26. … fxg5?? Ik denk dat dit de beroerdste zet van de dag is geweest. Wit speelt Dxg5 en Df6, daarna een torenlift en de stukken kunnen en gingen in de doos. Maar het is altijd baas boven baas, da’s bekend. Mijn zet was de beroerdste zet van de Spassky’s maar niet de beroerdste van de dag. De tegenstander van Maurits nam geen genoegen met de tweede plaats op de kneuzenladder en deed het nog krachtiger.

 

 


Wit heeft een stuk voor twee pionnen maar zwart heeft voldoende compensatie. Vooral de zwarte velden rond de witte koning zien er niet fris uit. Zwart had hier de sterke zet 19. … h5 moeten vinden waarna de partij nog alle kanten op kan. In plaats daarvan speelde hij 19. … Dxa1?? waarna Maurits met 20. e7+ het punt onmiddellijk kon incasseren.

 

 

Zoals hierboven al opgemerkt was Rolf aan het worstelen. Worstelen met een licht ruimtegebrek vooral. In zijn partij werd pas op zet 48 de eerste pion geslagen. Zeldzaam. Maar ondanks het volkomen dichtgeschoven centrum en de dichtgesmeerde koningsvleugel stond hij dus moeilijk. Na lang, heel lang manoeuvreren kwam eindelijk de witte doorbraak b4. Het was daarna direct onverdedigbaar. Een zet later gingen de dames van het bord en nog twee zetten later verloor Rolf een pion. Het verlies had zich op dat moment in zijn hoofd vastgezet en toen de enige kans in de hele partij zomaar op een presenteerblad voor hem werd neergezet, liet hij het moment onbewogen aan zich voorbij gaan. Hieronder de stelling die alles had kunnen veranderen.

Wit speelde hier 63. Pxc5??  Dat is een vol stuk en een volle partij maar Rolf deed in rap tempo 63. … Pxc5 en verloor niet veel later.

 

 

 

 

 

Van de partijen van Roelof en Nico heb ik het minst gezien. Nico, onze sympathieke nieuwkomer uit Amsterdam, is wat stroef in de benen. Hij heeft wat weinig gespeeld de laatste dagen (lees: decennia) en dat zie je. Hij verbruikt veel tijd voor niet erg moeilijke beslissingen en uiteindelijk breekt zoiets je op. Dat was nu ook zo. Ik heb niet gezien hoe de dingen bij hem misgingen maar het gebrek aan tijd zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld.

Van Roelof zijn partij heb ik alleen een ingewikkeld fragment gezien waarin een bijna pionnenloos centrum volstond met stukken. Een en ander resulteerde in onderstaand diagram.

Ook deze partij was er een die zomaar ineens voorbij was. Objectief gezien zou dat met een puntendeling moeten zijn geweest maar het werd een punt voor Roelof.
Zwart heeft net schaak gegeven op b1. Wit kan niet vluchten naar h2 vanwege De1 dus er volgde 25. Kf2 Dc2+ 26.Kg1 en hier nam de zwartspeler geen genoegen met het halve punt maar speelde de onbegrijpelijke zet Dc3?? Dat is mat! 27. Pxg6+ Kg7 28. Pxf8+ (nog sneller is 5.Dd7+ Kxg6 6.Dg4+ Kf6 7.Dg5 mat) Kxf8 29. Dg8+ Ke7 30. Lg5+ Kd7 8. Dd8 mat. Dat is typisch gevalletje van dankbaar in de handjes knijpen!

 

Dat brengt me nogmaals bij bord twee. Dat bord waar dat gewonnen toreneindspel doorbloedde en na veel missers de volgende stelling ontstond.

U kent wellicht die grap van die toren en dat paard? Of had ik het er al eens over gehad? Het verhaal was laatst nog op televisie. Kwam Youp van het Hek er nog eens mee aan? Of iemand als Hans Teeuwen? Ik weet het niet meer, maar goed, belangrijk is dat ook niet. Natuurlijk, de grap heeft een baard, iedereen kent hem… maar hij blijft leuk. 65. Pc8+ Als tegenprestatie voor het naast zijn bord zetten van de zwarte dame door de zwartspeler, had de witspeler met veel flair alvast een paard naast zijn bord gezet. Die zette hij nu in alsof hij een straight flush uitspeelde…  “Maak mij de pis niet lauw, vriend!” 65. … Ke6 66. Pb6 Tb7 67. Pc4?? Tb3 67. Pa5 Ik stond, samen met Roelof, naar het bord te kijken waarop deze stelling stond… beide spelers zaten niet achter het bord. “Wat is dit?” zei ik tegen Roelof. “Henk heeft toch nog gewonnen…, niet te geloven!” Wij naar de kantine… waar we leerden dat de partij remise was gegeven.
Ik heb Henk, omdat het in zijn hart een goede jongen is, aangeboden voor een redelijk bedrag  deze hele affaire stil te houden en onder de mat te schuiven. Wat niet weet, wat niet deert. Maar niks hoor. Gewoon publiceren. Goed voor het leerproces! Een echte vent, dacht ik bij mezelf.
Ik heb de rechten op deze uitbreiding van een bestaande grap (in Hilversums jargon heet dat een humorextensie) inmiddels verkocht aan SBS 6: meer voor mannen.

Na de wedstrijd moesten we nog een flinke dagmars inzetten om terug te komen bij de auto’s. Da’s op zich een lang verhaal dat ik hier niet zal doen. Even kort door de bocht, komt het in grote lijnen hier op neer. In verband met recente contributieverhogingen, een toch al een teruglopende economie en natuurlijk een algehele aversie tegen onkosten in het algemeen en parkeerkosten in het bijzonder hebben we lang en hard met elkaar gemaild om tot een oplossing te komen voor het probleem rond autostalling.
Mailen wij om te kunnen parkeren of parkeren wij om te kunnen mailen? Een leek met een gezonde helikopterview zou heel goed tot de conclusie kunnen ko… wellicht is het goed dat ik daar een ieder even een mailtje over stuur.

In elk geval zijn parkeerkosten niet langer acceptabel verklaart voor de club en haar leden. Parkeren prima, betalen no frikking way! Gelukkig hebben we Nico. Die is inheems, die kent de mores en sores rond het vinden van een parkeerplekje in Amsterdam en heeft met grenzeloos vernuft ergens een gratis plekje bij elkaar gesjacherd. Dat levert dan natuurlijk bakken met geld op en die hebben we maar eens even lekker verbrand in een hierboven al genoemd etablissement. Luxe voorgerechten, eindeloos vloeiende dranken en een ondervoet van een lam waar ik wat minder enthousiast over was. Maar dat werd dat weer goedgemaakt door het warme contact dat ik met de bedienende dame had die me na de maaltijd ook nog eens wat rookwaar aanbood. De dag kon niet meer stuk. Weliswaar is drinken en eten kostbaarder gebleken dan parkeren maar het kon niemand iets schelen. Principes zijn ook belangrijk.

verslag: Peter Bodewes