HSP/Veendam – Spassky’s, 11 maart 2017

HSP/Veendam – Spassky’s: 4 -4, maart 2017
In debat in de derby; HSP/Veendam – Spassky’s
een duoverslag door Roelof Kroon en Henk van Putten

Anderhalve week voor de derby tegen de coalitie HSP/Veendam plofte er een keurige mail in mijn mailbox. Theo Mooijman heette ons welkom op zaterdag 11 maart in Hoogezand en meldde dat op de dag zelf Wiebe Wielenga de rol van teamleider op zich zou nemen. Theo Mooijman, ik kende hem eigenlijk nog niet zo goed, of het zou moeten zijn uit een anekdote die ik ooit eens vernam van een schaakvriend over een prijsuitreiking na een schaaktoernooi in Veendam. Spreekstalmeester Theo had het woord en stond voor iedere prijswinnaar oeverloos stil bij diens formidabele prestaties, met als vaste afsluiter: “En vertel ons, wat ga je met je prijzengeld doen?” Dit tot steeds zichtbaarder wordende ergernis van de sterke Noordelijke schaker E., die de ceremonie echter niet kon en wilde ontvluchten, want zijn prijs kwam pas aan het eind: hij was winnaar van de hoogste groep. Daar aangekomen volgde na de gebruikelijke bewieroking van de winnaar, ook voor hem de vraag. “En E., wat ga jij met je prijzengeld doen? ” Die kwam voor E. dus bepaald niet onverwacht.  Zijn antwoord wèl en daaruit bleek zijn grote ergernis over deze lange prijsuitreiking: “Ja zeker, daar ga ik zo meteen van naar de hoeren!” Theo Mooijman gaf echter geen krimp en antwoordde. “Een stukje humor van de kampioen, mensen, niet bestemd voor jeugdige oortjes.”

Iemand die zo van spreken houdt, moet wel een politicus zijn en dat klopt. Theo is afdelingsvoorzitter en oud-raadslid van Groen Links in Veendam. Hij is behalve teamleider ook een van de potentiële invallers in het eerste team van HSP/Veendam, maar moest vandaag  flyeren voor zijn partij en kon daarom dus geen partij spelen. Dat zorgde voor een leeg bord, want ook de overige negen kandidaat-invallers waren verhinderd. En zo nam onze lijsttrekker Roelof het op bord 1 virtueel op tegen Wilders van de PVV. Die mijdt zoals bekend vrijwel ieder debat en het eerste punt was binnen. Het gaf Roelof de kans om de middag te verslaan.

De wedstrijd begint wat rommelig. De klokken bleken niet juist ingesteld te zijn en de tafeltjes instabiel. Voor deze derby niet erg, beide teams kunnen niet meer degraderen, noch spelen zij nog voor het kampioenschap. Nadat er door Wiebe wat wiebelende tafels tot rust waren gemaand en Roelof enkele onwillige klokken bij de tijd had gezet, vangt de match pas echt aan.

Aan bord 2 duelleert Dries met HSP-Veendams sterkste speler: Peter Riksten. Zijn politieke voorkeur ken ik uiteraard niet, zijn stijl is die van de SGP: degelijk en vóór de doodstraf. Arme Dries. Roelof merkt op: ”Lang kon Dries de strijd om de zwevende kiezer volhouden, maar uiteindelijk werd het argument ‘Kg6’ hem fataal. Als hij daar meer met Rutte was meegegaan en rechts afgeslagen was met ‘Ke6’, dan had hij misschien nog een punt kunnen maken. Dit kwam ook doordat zo rond het derde/vierde uur het debat wat uit zijn tijd liep waardoor Peter te weinig tijd restte om daar meteen al goed zijn standpunt neer te zetten.”
Koster – Riksten

Dries speelde 46…Kg6 en kwam in matnet.

Evert op drie neemt het op tegen Wiebe Wielenga. Ook Wiebes politieke voorkeur ken ik uiteraard niet, maar qua schaakstijl komt als duiding  ‘progressief’ gelijk op. Ik zet in op de SP. Roelof beaamt wat Evert zelf opmerkt over zijn partij: “Een interessante partij tegen Wielenga, waar ik voor het eerst een pionoffer op het bord had, dat thuis in de voorbereiding door mijn spindoctor werd geadviseerd. Zwart gaat gelijk terug met dame naar a5, waarna Fritz aangeeft dat na Pe5 ongeveer +0,5 voor wit is. Ik verzon de op zich mooi manoeuvre Lh4, Le1 om naar b4 te gaan. De zwevende kiezer is daar matig enthousiast over en beoordeelt de stelling als +0,04.

Ik speelde hier het slechte 13. f5, waardoor zwart los kon komen.
Fritz beoordeelt de stelling na bv 13. c4 als ongeveer gelijk, +0,04.

Na 13.f5 is het -0,56 !

Daarna loop ik achter de feiten aan en speelt Wielenga het heel sterk. De rest is keepen. Op een gegeven moment kom ik nog terug tot -0,69, maar ook daarna speel ik niet de beste zetten. Al met al een partij waar ik veel van heb geleerd.”

Op 4 Putski tegen Scharft.  De politieke voorkeur van Scharft is me ook onbekend, maar qua spel is het woord “nivelleren” op zijn plaats. Johan vindt dat een feestje en dan zitten we bij de PvdA. Roelof is kritisch over mijn openingsopzet met …Dxb3 en xd4. Die is idd. niet best, zoals ik het hele seizoen al ongeveer slecht uit de opening kom, en dan soms remise maak en soms niet. Een remise tegen Scharft ligt echter voor de hand en dat komt op het scorebord na veel gezwoeg van vooral de zwartspeler. Toch zijn er twee interessante momenten.

Scharft-Van Putten

Hier had Johan 11. Txa6 vooruitgezien, maar dat is toch niet goed. 11.. xa6 12. Pc7+ Kd8 13. Pxa8 Pxe4 en zwart is opeens in het voordeel.

Hier had Johan zijn voordeel kunnen omzetten in een pion door xa6 te spelen: 27 xa6 xc4 28 xb7 Lxb7 29 Txb7+ met een (zeer) voordelig eindspel.
Een zet later, na 27 xd5 xd5 werkt deze verzilvering niet en is 28 xa6 juist een grote val, door beiden gezien: 28…xc4 29 xb7

29..Txa5! 30 b8D Ta1+ 31 Ke2 Lg4+ met winst voor zwart.

Dan bord 5: Maurits kruiste daar de degens opnieuw met Rienk Hoogeveen. Het zal de lezer intussen niet verrassen: Ik weet niet wat Rienk stemt. Wat zijn aanpak van de opening betreft kom ik uit op conservatief, maar met oog voor het milieu. Christenunie zou ik zeggen. Maurits bereikt voordeel, maar weet niet door te pakken helaas.

Logtmeijer – Hoogeveen

Roelof: “Stelling na 15..Dd7

Eigenlijk telde ik hier het punt al. Wit heeft alles gekregen: een toren op h8 die niet meedoet, een geweldig centrum en een slechte loper op c8. Wit staat zeker beter.

Roelof:  “Om trucjes op de onderste rij eruit te halen speelde Maurits 21 h3?

Ik ben het met Maurits eens dat direct 21.d5 beter is: 21…exd5 (21…Pe7 22.Dc2+ g6 23.Pd2±) 22.cxd5 Pb4 23.d6 c5 24.a3 Pc6 25.Dc2+ Kg8 26.Tab1±
23.e6 is ook sterk: fxe6 24.Pe5 De7 (24…De8 25.dxe6 Dxe6 26.a3 Pd5 27.Dc2+ Kg8 28.Pg6 wint een kwaliteit) 25.a3 Pxd5 26.Dc2+ Kg8 27.Pc6 wint een kwaliteit
Eerst 21.Dc2+ is ook een mogelijkheid. Idee is om de toren opnieuw in te sluiten omdat 21…g6 voordelig is voor de opstoot d4–d5 22.d5 Pb4 23.De4 en er is een aanval mogelijk met Dh4, Pg5+ en Lc1.”

Op het laatst staat het zo:

Stelling na 48…Lc4?

Roelof: “48…Lb7 49.Kd2 Pd5 50.Pb3 a4 51.Pc5 Lc6 52.Pd3 Lb5 53.Pe5+ Kf6 54.f4. Rienk geeft 48…Pc6 49.Pxc6 Lxc6 50.f4 met remise.”

Op bord 6 onze topscorer dit seizoen, Peter Bodewes tegen een oude bekende Thale. Wat Thale is gaan stemmen….geen idee. Zijn stijl van schaken ademt een hang naar vrijheid en ik zet die bij de VVD of het Forum voor Democratie. Jan Roos zou ook nog kunnen. Roelof is erg te spreken over Peters spel:

Hadderingh – Bodewes

Roelof: “Hier volgde 5…Lxb1. 6.Da4+ c6
6.Txb1 Lb4+ 7.Ke2 kan volgens mij nog net. Volgens mij heb ik het ooit eens in een boekje zien staan
6…Pc6 is een serieus alternatief 7.Txb1 Lb4+ 8.Kd1 Pe4 lijkt heel goed, maar wit heeft nog 9.cxd5 Dxd5 10.Lb5 en nu hangt de loper op b4.
6…b5 is de variant van in de pizzeria 7.Dxb5+ c6 (7…Pbd7 8.Txb1 Tb8 is nodig) 8.Db7 Da5+ 9.Kd1 Lxa2 en naast 10.Kc1 kan ook 10.Txa2 Dxa2 11.Dc8+ Ke7 12.Ld6+ Kxd6 13.Dd8+ Pbd7 14.c5# een matje dat we helemaal niet hadden gezien
De partij ging verder met 7.Txb1 dxc4 8.Dxc4 b5. Later in de partij stond het zo:

28…e4 29.Td2??
Is dit een blunder, of leek de strijd voor wit sowieso de verkeerde kant uit te gaan? Iets verkeerd tussen de oren wellicht?
29.Tb1 =/+ en zwart staat inmiddels beter, maar is er nog lang niet. Beoordeling Houdini: -0.46/0
29…e3 30.Tc2 Txc2 31.Lxc2 e2 32.Tb1 e1D+ 33.Txe1 Pxe1 34.Le4
Het paard is weliswaar opgesloten, maar daar valt genoeg aan te doen. 0–1”

Dan Janski op 7 tegen Jan Lulof. Tsja, wat zou Jan Lulof hebben gekozen? Zijn speelstijl is dynamisch, met wat leuke maar dubieuze openingen op het repertoire, althans in de tijd dat ik nog geregeld tegen hem speelde in de interne van SC Groningen. Een uitgesproken aanpak. Groen Links dan maar.
De notitie van Janski’s partij was overigens zoek. Associaties met het Teevenbonnetje doemden op, maar Roelof reconstrueerde de partij uit zijn hoofd…Zijn oordeel: “Henk pleegde politiek gezien zelfmoord. Loperpaar, mindere pionnenstructuur en toch afruilen naar een verloren eindspel. Ik begrijp die hang om af te ruilen in verkiezingstijd niet echt: dat doe je toch pas als je aan het onderhandelen bent over een nieuw kabinet. Waarom moest de toren geruild worden? Kabinetsonderhandelingen na 22. Lxd5, je electoraat verliezen is 22. Le5. Na 23 … Lxe5 (dat een pion verliest), kan geen 24. Lxd5 meer vanwege 24… Lxh2+. Daarna hield Henk nog héél lang stand. Dat was erg knap.”
Jansen – Lulof, Stelling na 21..Lf6

Op bord 8 ten slotte nam Jan het op tegen Sprik. Spriks keuze op 15 maart kan ik wederom niet raden, maar we hebben het CDA nog niet gehad.
Roelof oordeelt: “heel vreemde Draak met Pb3. Nooit eerder gezien. Ik had er alle vertrouwen in, maar Jan beet niet door. Pas in het eindspel, nadat Jan twee keer gemaand was om door te spelen voor het team, bleek gewoon dat Jan beter is in het eindspel dan Sprik.”

De partij zal, zoals al Jans partijen, de annalen niet halen, want slingert nog ergens in of rond de speelzaal…dan wel ging intussen mee met de gemeentelijke vuilophaaldienst van Hoogezand.

Het zal de lezer overigens zijn opgevallen dat D’66 ontbreekt in dit verslag. Als je in de peilingwijzer bij elke stelling ‘geen mening’ invult, dan kom je uit bij D’66. Er waren weinig meningsloze partijen gisteren. Het werd een hard en taai debat om de stemmen. 4-4 derhalve en daar hadden alle deelnemers achteraf wel vrede mee. Deze wedstrijd verdiende vandaag geen winnaar. De sfeer was goed, en beide teams zijn nog veiliger dan voor deze zaterdag al het geval was. Een veiliger wereld, het zou de topprioriteit van alle politiek op dit moment moeten zijn.