Een dagje Deventer: alles Koek en IJssel

De Spassky’s wonnen opnieuw met het kleinst mogelijke verschil en na drie ronden kunnen we niet anders dan concluderen dat we uitermate efficiënt met onze winstpartijen omspringen. Met 11,5 bordpunt is het doelsaldo nog steeds negatief, maar staan we wel hoog in het linker rijtje. Net als in de vorige ronde viel het ook vandaag in Deventer weer allemaal net op zijn plaats. De twee Henken in het team, Janski en Putski om verwarring te voorkomen, nemen u mee naar de IJsselstad.

De rit naar Deventer ging over de dijk via Wijhe en Olst. Een waarlijk prachtig landschap met een muziekje in de auto, een genoeglijke rit.
De speelzaal is best ruim, maar er vinden drie matches tegelijkertijd plaats, dus snel stroomt het vol. Bij aanvang spreekt een heer mij (Janski) aan: “Misschien een onbescheiden vraag, maar die foto op het eerste bord, is er een overlijden te betreuren?” Ik antwoord dat dat een foto van onze Boris is en hij leeft nog. Wij besluiten ons korte gesprek dat Boris op de foto nog erg jong is. Belangrijk is: de foto valt op!

Onze wedstrijd speelt zich af op vier setjes van twee tafels. In no time echter zijn al onze vier witpartijen remise gegeven waardoor de zwartspelers ieder hun eigen eiland verkrijgen en de ‘match in de match’ kan beginnen, als was het een bekerwedstrijd waarbij de Spassky’s op vier borden zwart geloot hebben.

Nu is dat bij de Spassky’s niet per se een probleem. We hebben enkele typische witspelers, enkele typische zwartspelers en we hebben Michael die iedere kleur bij de tegenstander neutraliseert. Bovendien staan er twee zwartpartijen (Maurits en Putski) overwegend als binnen twee uren de vrede op vier borden is getekend, twee overigens ook ietsje moeilijker (Joop en Menno, beide hebben een pionnetje gemorst.)

Van links naar rechts, van boven naar beneden, bord 1,3,5,7: stand na 90 minuten; geen blessuretijd. Samen speelden de mannen 60 zetten, matchwinner Maurits kwam in zijn eentje vandaag tot 55.

Vier vliegensvlugge vredespijpen in een overvolle aula! Moeten we op onze volgende ALV over een rookverbod gaan praten? Maar vier strijders nog aan het bord en dat dat spannend zal worden staat vast. Net als tegen Lasker schommelen de prognoses steeds tussen 4½-3½ winst en 3½-4½ verlies.

Een mooie opsteker zien we op bord 4 bij Putski. Zwart heeft een voordeeltje bereikt in de bekende scherpe Putski-stijl. Maar met 30. Dh2? maakt wit het hem makkelijk. Het witte plan is natuurlijk mat zetten, maar laat zwart precies hetzelfde van plan zijn; schuin tegenover op hetzelfde bord.

De Roos – Van Putten, Stelling na 29 ….hxg6

Er volgt 30 Dh2? xb3 en net te laat ziet de witspeler dat de dame het cruciale veld e4 heeft losgelaten; 31 xb3 Le4 en wit gaat mat. Hij probeert nog 31 Pd6 maar 31… Lxd6 32 xd6 Te2 maakt een einde aan de partij. Speelbaar was het pionoffer 30. e6 geweest, met een spannende stelling.

3-2 op dat moment, maar dan is het bij Joop aan het tweede bord misgegaan. Hij mist een afwikkeling naar een eindspel met gelijke stelling:

Van de Pavoordt – Houtman, stelling na 20. Db1

Hier is Dxb1 de juiste zet, gevolgd door a4 (Op Ta1 kan dan nog Ld6!). Joop grijpt mis met 20…Lb3? Er volgt 21. Lxa5! Dat is een nare zet en hoewel de partij nog wel een tijdlang doorgaat, voert wit de stelling met strakke hand naar winst. 3-3.

Nu wordt het wel erg spannend. Het spel is op de wagen en kan alle kanten op. Nerveus pendelen we heen en weer tussen de kantine en de speelzaal. In de kantine valt te analyseren op onze partijen, maar de speelzaal lonkt om te bezien hoe de ontwikkelingen nu weer zijn.
Menno staat moeilijk, maar misschien houdbaar. Maurits staat heel goed, maar de spanning is van hem af te lezen en de tijdconsumptie is veel te hoog. Regelmatig praten we met Dries en constateren dat we als toeschouwer snel grijze haren erbij krijgen. Op zo’n moment wil je dat je met behulp van Niemann-straling, als die al bestaat, Maurits kan inseinen. Maar we kunnen alleen kijken, ijsberen en hopen.

Een eerste beslissing in ons voordeel volgt aan bord 6. Daar is Menno in een eindspel terechtgekomen met een pion minder. Echter hier geeft zijn zwartveldige loper tegen het witte paard enige hoop. Terecht zo blijkt:

Heijne – Van ’t Veld, stelling na 42 Tf3.

42…Lg7! Michael geeft in de analyseruimte al aan dat dat remise gaat worden.

Er volgt 43. Pd6 Tf8 44. Txf8 Kxf8 45. Kf4 Lh6+ 46. Kf3 Lg7 47. Kf4 Lh6+ 48. Kf3 Bg7 49. Kf4 en remise door herhaling van zetten. Wit kan zich Pc8 niet permitteren omdat na Lxe5 op c3 nog een tweede pion wordt meegenomen.
Een knappe remise van Menno na stug verdedigen van een mindere stelling.

Het staat 3½-3½ en alles hangt af van Maurits, die verloren heeft gestaan, daarna groot voordeel heeft behaald, dat vervolgens is kwijtgeraakt door een beslissende pluspion te verspelen, om daarna, mede dankzij een snel door Dries aangevoerde cola, zijn rug te rechten. Hij lijkt de partij naar zich toe te trekken. Wat is er allemaal gebeurd? We nemen u mee.

Rindertsma – Logtmeijer, Stelling na 18 Pe3.

Maurits speelt Lxa2??. Dat kan niet want na 19. Ta1 Tb2 20. Dc1! is wit in grote problemen. Eenvoudig 18….. Dxa2 had simpel de pion gewonnen.
Wit ziet het gelukkig niet en speelt 19. Txb8.
Even (nou, even) later staat de loper nog steeds op a2 en zie de stelling na 29. Pe5:

Zwart staat super en Ld5 is haast een no-brainer. Maar er volgt 29….h5 30. c4 Dd4 31. Pc6 Dc5 32. Dxa5 Dxa5 33. Pxa5 en het staat volkomen gelijk! Weg fantastische pluspion.

Op zo’n moment moet je sterk zijn en dat is Maurits. De stelling is gelijk maar hij buigt niet. De volgende cruciale stelling ontstaat na 39….f6:

Wit speelt hier 40. g4? Maurits krijgt opeens twee verbonden vrijpionnen na 40…hxg4 41 xg4 f5. Die pionnen rukken onweerstaanbaar op en Maurits voert geheel herboren en met vaste hand de partij naar winst.

De slotstelling spreekt boekdelen:

De eindstand is 3½-4½ na een ongelooflijk spannende slotfase!

De Spassky’s bekleden intussen plaats 3 van klasse 2A en daarmee leven we ietwat boven onze stand. Dit onderstrepen we met een uitstekend en sjiek diner in ‘t Veerhuis te Olst. Zowel de Italiaan, de Thai als pannenkoekenhuisje Hans en Grietje blijken volgeboekt in Deventer. Gelukkig maar! Sommigen vonden het kostbaar, waar Dries dan weer niet over moet zeuren volgens Janski.

Nog een uitstapje naar gecomputeriseerde analyses. Het zal nog wel even duren voordat een engine het schrijven van een (beeldend) verslag over kan nemen, maar Lichess’ nieuwe optie om aan een schaakpartij een nauwkeurigheidsgraad te hangen is heel interessant.

Lange tijd moesten we het doen met centipionnen verlies. Dat geeft het gemiddelde verlies weer in punten die een speler per zet inlevert ten opzichte van de ‘perfecte’ zet, de zet die de sterkste engines als beste beoordelen. Hoe lager dit getal, hoe sterker een speler heeft gespeeld. Een heel betrouwbare maat is het evenwel niet, omdat in een verloren positie het verlies van een groot aantal centipionnen niet veel meer uitmaakt voor de uitslag van de partij, maar wel voor deze score. Daarom is nauwkeurigheid (accuraatheid) een betere maat.

De tabel van Pallas – Spassky’s:

Dat de vier korte partijen een hoge score halen, verbaast natuurlijk niet, het aandeel openingszetten daarin is groot. Wel opvallend is dat de twee winnaars van vandaag minder nauwkeurig hebben gespeeld dan degene die het enige zwaarbevochten halfje binnenbracht. Daarom benoemen wij als opperste held van de dag: Menno.

Resumé: een erg sympathieke tegenstander in een prettige entourage, 4½ – 3½ winst en vier matchpunten al na drie ronden. Alles Koek en IJssel.

verslag: Henk van Putten & Henk Jansen