Janski: ‘Zaterdag 4 oktober 2025. Het is guur weer. Na een korte treinreis stap ik in Groningen uit en regel een OV-fiets. Ik heb nog mazzel, de plu kan opgevouwen blijven. Zowaar schijnt de zon. Ik spoed mij naar het Denksportcentrum om de boel klaar te zetten. Op tijd, de rest van de middag is het ballenweer.
Met een bakkie koffie erbij zet ik alles gereed voor de match tegen En Passant uit Bunschoten. In de poule zijn er geen eenvoudige matches. De teams liggen dicht bij elkaar dus vanmiddag zal het ook weer bikkelen worden.
Inmiddels is En Passant gearriveerd en zetten alle spelers zich aan de borden. Na een korte inleiding door Dries gaan we los. Als passanten lopen we de borden langs.
En iets anders, de deur naar het speellokaal sloot zoals altijd erg luidruchtig. De volgende keer gaat tochtband in de tas en ga ik klussen om de zaak te dempen. Of mag dat niet in een monumentaal gebouw? 😊’
Bord 4, Robert tegen Gerben van Pel
Robert: ‘Enige tijd geleden vond ik in een gelukkig online bewaarde oude En Passant (NB, dat is in dit geval het terecht veel geprezen en befaamde clubblad van Schaakclub Groningen) mijn eerste gepubliceerde partijtje terug. Dat ging in februari 1983 in de partij Leenes – Dominicus van den Bussche (van Ludendo Studemus) zo:
1 e4 e6 2 d4 d5 3 Pd2 dxe4 4 Pxe4 Dd5 5 Pc3 Lb4 6 Pf3 Pc6 7 Ld2 Dd8 8 Lb5 Ld7 9 0-0 Pge7 10 Ld3 0-0 en 11 Lxh7 en niet veel later 1-0.
Ach, dat waren nog eens tijden! Ietwat vertederd speelde ik dit partijtje na, en was plaatsvervangend (?) best wel trots op het net 17 jaar geworden ventje dat zo onvervaard en dapper ten strijde trok. Het werd hoog tijd om zelf ook weer eens echt te gaan schaken. 1. e4!
Mijn geheime coach Michael had me dit ingefluisterd en ik had hem eind vorig seizoen beloofd dat ik mijn eerstvolgende witpartij met 1. e4 zou beginnen. Dat was dus vandaag. Eindelijk weer, na naar schatting zo’n 25 jaar. Ik had wat …… en …….. varianten tot me genomen, maar me helaas nog niet ten volle verdiept in de Caro-Kann.
Leenes – van Pel na 9. Ld3
Hier wachtte ik toch enigszins opgewonden op de volgende zwarte zet … Helaas …, geen 9 … 0-0, want dan zou ik zeker 10 Lxh7 hebben gespeeld. Zelfs nog een zet sneller dan in 1983! Ik noem zo’n zet als Lxh7 een magneetcombinatie; de aantrekkingskracht van zo’n zet is zo groot, dat ik zo’n zet moet spelen: for better or for worse!
Helaas speelde mijn tegenstander 9 … Pg6 en daarmee begon het gelazer. Shit, ik zie nu pas dat dat paard van g6 naar f4 kan springen, en dat wil ik eigenlijk niet.
Vanaf dat moment blijf ik wel goede zetten spelen (zoals ik daarvoor ook al deed), maar denk ik ook steeds (hele) goede zetten voor mijn tegenstander te zien. Het lijkt er ernstig op dat het destijds misschien iets te druistige jonge ventje nu een overvoorzichtige senior is geworden. En dat wil ik eigenlijk niet!
Leenes – van Pel na 15. …. Pd5
Zwart bood remise aan. Tsja, mijn stelling bevalt me eigenlijk wel … Ik sta misschien wel ietsje beter … Maar ja, echte zwaktes heeft hij niet … En de coördinatie van mijn stukken is niet optimaal … En ik mocht van Janski het remise aanbod aannemen … Remise dus.
En dan bij thuiskomst de kille engine werkelijkheid: die geeft na 17 … Pd5 gewoon +2 voor wit (en overigens slechts +0,7 voor de 11 Lxh7 uit 1983).
Heel misschien speel ik wel ietsje sterker dan in 1983, maar moet ik daar nog even aan wennen en vooral op durven te vertrouwen!’
½ – ½
Bord 3, Richard Vedder tegen Michael
Michael: ‘Het was weer een gezellige dag gisteren met een lekker etentje na afloop. De uitslag was lang onduidelijk, ik schatte steeds gelijkspel of een kleine winst voor de Onzen. Het werd uiteindelijk een kleine nederlaag, maar we hebben allemaal gevochten voor wat we waard zijn. Voor de toekomst mooie aanknopingspunten wat betreft openingen, hoe bepaalde stellingstypen gespeeld moeten worden, eindspelen en omgaan met tijdsdruk. Prima dus, daar kunnen we wat mee. Goed te lezen dat iedereen al plannen en ideeën heeft voor volgende partijen!
Mijn eigen partij tegen Richard Vedder was wat saai nadat de dames al snel waren geruild. Bij de analyse was Richard niet tevreden over zijn 10e zet. Op de 11e zet bood ik remise aan, maar wit wees dat gedecideerd af.
Vedder – Riemens na 11. …. De7.
Na afloop zei Richard dat hij geen tweehonderd kilometer had gereden om tien zetjes te doen. 😊
Na 16. Lxe6 staat het gelijk. Door geduldig te manoeuvreren komt zwart langzamerhand wat beter te staan. Veel is het niet. Op de 32e zet bood wit remise aan. Na een rondje langs de borden en overleg met Janski liet ik nog enige tijd mijn klok lopen om gebeurtenissen af te wachten, maar accepteerde uiteindelijk het remisebod. Op dat moment leek 4 – 4 de meest waarschijnlijke uitslag. Jammer dan.’
1 – 1
Bord 6, Evert – William van de Groep
Evert: ‘Ik koos voor een zeer rustige opzet gezien enige vermoeidheid. Ik kreeg in een toreneindspel groot voordeel.
Janse – Van de Groep na 29. … b5.
Op zet 29. … b5 sta ik plus vijf als ik gewoon 30. axb6 EN PASSANT speel. Dat wilde ik a tempo doen maar ik speel vervolgens 30. a6??. Het hele voordeel het raam uitgegooid. Gelukkig gaat hij na 30. … Tc6 31. Txf7 Txa6 32. Tf8+ met Kd7 de fout in, waarna de buit binnen is. 33. Tb8.
En over de hele match, spannende wedstrijd met goede teamgeest!’
2 – 1
Bord 2, Joop tegen Gert Reichardt
Joop: ‘Ik heb behoorlijk goed gestaan maar zag niet hoe ik het voordeel kon verzilveren.
Houtman – G. Reichardt na 24. …. Txc8.
Op zet 25 had ik ruil van paard tegen loper moeten voorkomen. Daarna wordt winst moeilijk.’
2½ – 1½
Bord 7, Jan tegen Robin Reichardt
Jan: ‘Het was alweer twee jaar geleden dat ik mijn laatste KNSB-wedstrijd speelde. Erg hoge verwachtingen had ik dan ook niet van mezelf. Maar ik zat veilig ingeklemd tussen Dries en Evert, zo bleek aan het begin van de middag.
Een van de oorzaken van de woningcrisis in Nederland is dat veel mensen tegenwoordig per se vrijstaand willen wonen. Of in elk geval ruim en groot. Geen last van de buren. Tijdens de partij analyseerde ik bij mezelf dat ik ook niet ongevoelig ben voor wat er bij de buren gebeurt. Met toenemende bewondering volgde ik vanuit mijn ooghoeken de partijen die links en rechts van me werden gespeeld. Dries speelde dynamisch en nauwkeurig en had een plan, dat zag je aan alles. Evert begon rustig maar kreeg al vrij snel groot voordeel. Aan de ene kant prachtig natuurlijk. Maar aan de andere kant misschien niet zo goed voor mijn vertrouwen. Hoe kan het toch dat zij zo sterk spelen en ik zo zwakjes? En dat ze zo goed en gezond uit de opening komen? Achteraf ben ik te pessimistisch geweest, op zet 20 kan ik een klein voordeeltje pakken, maar helaas niet gezien.
Reichardt – J. Kroon na 19. cxd6?
Er volgde 19. … Pxd5 20. dxe7 Pxe7?. Na 20. … Pxe3 staat zwart beter. Op zet 31 gaat het helemaal mis.’
Janski: ‘Het telefoon-akkefietje heeft niet geholpen, zeg maar.’
2½ – 2½
Bord 5, Henk (Putski) tegen Thomas Reichardt
Putski: ‘De maker van de voorlaatste fout wint. Het is een oude schaakwijsheid die tot op het hoogste niveau geldt. De tijd is niet ver meer weg dat AI ons gaat vertellen wat de beste zet is in iedere stelling, AlphaZero is er al dichtbij. Grootmeesters kopen er tijd in. Zo professioneel zijn de Spassky’s nog niet in de voorbereiding, maar wij hebben wel Michael, qua uitleg voorlopig nog onovertroffen!
Ooit was er iemand lid van onze vereniging die veel meer van schaken snapte dan ik. Het was een genot om naar hem te luisteren na afloop bij de Chinees. Was ik in onbekende vaarwateren terecht gekomen in de opening? K. schudde even de basisprincipes ervan uit zijn mouw, ook van systemen die hij zelf nog nooit zelf gespeeld had. Had ik een toreneindspel verprutst? “De volgende keer even hier en daar op letten” doceerde ons oud-lid geduldig. “En vergeet niet dat een actieve toren minimaal een pion waard is. Minimaal.”
Maar nu het bijzondere: een groot puntenmaker was hij niet. Aan een middenbord kostte het hem meestal de grootste moeite om in een seizoen positief te scoren, waar ik zelf, in die tijd nog vast op bord 1, daar meestal ruim boven zat. In alle bescheidenheid.
Wat ontbrak was wellicht hardheid: vechten als het mis was gegaan. (K. zag meestal nog sneller dan de tegenstander hoe die kon winnen en had geen zin het zich te laten bewijzen). Maar funester nog waren de momenten dat de concentratie even wegviel. Speelde de tegenstander onverwacht Pa5, dan dook onze man in een diepzeedenkcapsule om de positionele implicaties te doorgronden. Dan ging het om de controle over veld c4 bijvoorbeeld. En daar stelde hij zich tegen te weer met vernuftige middelen. Dat er hem even later een paardvork op b3 zou worden gepresenteerd, kon hem ten enenmale ontgaan. K. is maar twee seizoenen lid gebleven helaas.
Een tijdje geleden stopte een oud-Nederlands kampioen met schaken, na jarenlange hoge scores voor het eerste van Philidor Leeuwarden. Niemand maakt mij wijs dat hij opeens minder snapt van het spel. Maar wel zichtbaar was dat de resultaten langzaam terugliepen, ouderdom leidt tot minder alert zijn. Hij stopte niet zozeer op zijn hoogtepunt, maar wilde wel een nieuw dieptepunt voor zijn.
De maker van de voorlaatste fout wint. Ik was dat gisteren. De opening ging erg goed. Pionwinst op a3 en een degelijke stelling.
Reichardt – H. van Putten na 21. Pce2
Helaas vervolgde ik hier met de positionele misser 21. …. d5? Zwart moet van het centrum afblijven en verder gaan met bijvoorbeeld 21. … a5. Een voor de hand liggend plan is een vrijpion maken op de damevleugel.
Mijn tegenstander stond op tijd begreep ik later, ging va-banque spelen en verbrandde alle schepen achter zich. Pionnenstorm, door mijzelf over me afgeroepen.
Reichardt – H. van Putten na 29. …. Dxe5.
Stelling na 29 …Dxe5. Hier had wit gewoon zijn loper naar d3 moeten terugtrekken, met groot positioneel voordeel, in plaats van een pion terug te winnen met 30. Lxf7+.
Maar de laatste fout volgt even later:
Reichardt – H. van Putten na 32. …. Kh7.
Df6 houdt voordeel vast. 33. Tg1? verspeelt het. Er volgde 33. … Lg6 34. Df2 Le4+ en zwart won een kwaliteit en even later de partij. Een illustratief voorbeeld van: de maker van de laatste fout verliest.’
3½ – 2½
Bord 8, Dries tegen Johannes Kossen
Dries: ‘Een gezellige dag met toch weer erg lekker eten!
Ik sta tot zet 35 gelijk. Ik hield het al 3 uur vol en dat is voor mij al heel wat gezien waar ik vandaan kom. Ik word dan te onrustig
Koster – Kossen na 34. … Lg5.
Ik doe f4 en dacht meteen erna: ik moest wat, maar met lopers van hem is dit wel tricky. Het staat nog even gelijk en dan gaat het minder. Mijn plan was heel lang mijn paard op e5 te posteren maar daar komt ie nooit. Beetje lui gespeeld en ik ben blij dat ik weer ausdauer heb! De volgende keer meer agressie.’
3½ – 3½
Janski: ‘Nog een bord te gaan. Erg spannend en een stelling op het bord die steeds meer publiek trok.
Bord 1, Roelof tegen Henk Vedder
Vedder – R. Kroon na 37. Df2.
Roelof: ‘Hier speelde ik 37. … De7 38. Dc2 Dg5. Nu de 39e zet van wit. Ik heb nog 38 seconden. Ik denk dat wit 39. Df2 speelt en speel automatisch De7. Onmiddellijk na uitvoer van deze zet zie ik dat hij 39. De2 heeft gespeeld. Maar dan had ik liever 39. … Df4+ gespeeld.
Een tweede moment komt na 43. Dc4.
Vedder – R. Kroon na 43. Dc4.
Ik zit lang te rekenen aan Dg5 en g5. Die verliezen. Ik speel g5. 43. … e4 komt in me op maar ik mis 43. … e4 44. b7 e3!! 45. b8D e2.’
Analysediagram na 43. … e4 44. b7 e3!! 45. b8D e2. Het staat 0.0.
3½ – 4½
Janski: ‘Een zinderend slot na een erg spannende match. Het kon echt beide kanten op tot en met de laatste pot.
Daarna hebben we gegeten in een pizzeria in Groningen, bijgenaamd de pijpenla. De stemming zat er gelukkig goed in, het weer niet want we kwamen nu wel flink doorgeregend binnen. Na een paar flessen Primitivo waren we weer opgewarmd en gedroogd.’