De Rode Pimpernel (2)

Hieronder het subjectieve verslag; ik heb alle tijd.

We wonnen overtuigend van Assen 2!! De fietsloze Jan P viel in voor Dries, leverancier van hooggewaardeerde chauffeursdiensten en zo nodig zelfs twee leenauto’s. Vervoersplan en opstelling moesten om. Het genereerde enig schakelwerk op de zaterdagmorgen, maar uiteindelijk namen om enkele seconden voor één de laatste drie Spassken plaats op in sommige gevallen andere dan hun oorspronkelijke posities. Toch een compleet team net op tijd op de juiste plaatsen gekregen. De Spassky’s staan voor niets.

De kritieke stelling op bord 1, Roelof Kroon – Gert Jan Haan:

Zwart speelde 32…Dd6?! Volgens Roelof was 32…Dd8 de gelijkmaker. Nu herpakte hij voordeel met 33 Lh3 Lxd3? 34 Txd3 Dxd3 35 Dxd3 Txd3 36 Lxc8 en wit won.

De kritieke stelling op bord 2, Paul den Boer – Joop Houtman:

Joop maakte gelijk met 20…a5. Lang probeerde hij iets van niets te maken, maar de slotstelling in het objectieve verslag spreekt boekdelen, remise was en bleef het.

De kritieke stelling op bord 3, Evert Janse – Martin van Velzen:

Evert heeft geen fijne opening achter de rug, ondanks dat hij met zijn voorkleur speelt, maar tegenstander Van Velzen is niet ambitieus en slaat op d4: 28…Pxd4. Substantieel voordeel had zwart behouden na 28…h5. Nu haastte zich Evert zich in het eeuwig schaak.

De kritieke stelling op bord 4 Hans Smit – Henk van Putten:

Wit bestreed de Siciliaan met de Alapin. Hier had 14. Lxg4 een ongeveer gelijke stelling opgeleverd. Op 14. Lf3 volgde 14…Pxe3 15. fxe3 Pxd4 16 Pxd4 (16 xd4? a6 -+) en zwart kon op winst spelen, want tegenover een mooi paard op d4 staat één voordeeltje meer; een loperpaar en een betere structuur. Zwart won op zet 35.

De kritieke stelling op bord 5, Maurits Logtmeijer – Kenneth Muller:

Zwart speelde 21…Te7? Na 22 Txe6 ging het hard, spoedig 1-0.

De kritieke stelling op bord 6, Maarten Hoolsema – Jan Postma:

(Eerst stond hier: Zeg het maar. Rond zet 29 wordt het echt onleesbaar, maar dat kan ook tijdnood zijn geweest natuurlijk. Ik haalde bij het naspelen zet 1o al niet, maar dat ligt zeker aan mijn ogen, die worden een dagje ouder. Het verhaal gaat dat Jan op fraaie wijze een eindspel in zijn voordeel wist te beslissen. )

UPDATE: Knap speurwerk van Joop, in de categorie paleografie, zorgde ervoor dat er toch een stelling is gedetecteerd uit deze partij, die als omkeerpunt kan worden benoemd!

Jan staat een onbetekenende pion achter en speelde 26..Tc7 om de zware stukken te ruilen. Er volgde 27 Txc7 Dxc7 28 Dc1 Dxc1 29 Pxc1 Pb5! en wit ging snel ten onder aan zijn zwaktes; vanaf won zwart hier ongeveer iedere 5 zetten een pion.

De kritieke stelling op bord 7, Peter Bodewes – René den Dekker:

Hier was 20. g3 heel sterk geweest; met de dreiging h4 die ook hier sterker is dan de uitvoering, aldus Peter. Peter speelde meteen 20 h4. Dat is ondanks dat het een randpion tegen een centrumpion ruilt, minder goed. De partij ging verder met 20…Dxh4 21 Pxe5 Pe6 22 g3 Dg5 en zwart was in het voordeel. Zijn remiseaanbod kon Peter niet met goed fatsoen weigeren.

De kritieke stelling op bord 8, Henk Jansen – Sjoed Homminga:

Janski speelde de “ik-word-60”-variant van de Kan in het Siciliaans. Eigenlijk de “ik-Kan-60-worden”-variant, want het heuglijke feit doet zich pas op de 10e oktober voor. (Maurits koos precies dezelfde dag twee jaar geleden uit voor zijn 50e verjaardag!) 60 zetten werden er niet gehaald, er moesten namelijk nog wel wat voorbereidingen getroffen worden voor het grote feest op zondag. Wellicht was in deze stelling 17…Pxe4 nog een kansje geweest. Het wint een pion, maar wit krijgt ook spel.

Het objectieve relaas