De Jaknikker

Afgelopen vrijdag verscheen de Jaknikker, langverwacht tweede deel van de trilogie die Peter Buwalda in 2019 startte. Het boek komt uit met als grote ontwikkeling in de saga dat de twee thans voorhanden delen ook als tweeluik te lezen zullen zijn. En wellicht maakt een derde deel ooit alsnog de trilogie af, over vier, vijf, zes of zelfs zeven jaar zo las ik. Dan tweeluik en trilogie tegelijk;  doe het maar na.

Buwalda intrigeert mij als schrijver. Ik vind hem de beste verteller van alle hedendaagse Nederlandse auteurs. Schroomt niet om tegenwoordige tijd en verleden tijd voortdurend te laten afwisselen, springt soms zo achteloos van het ene naar het andere perspectief dat je vreselijk moet opletten. Omdat zijn taal pakkend is, werkt het. Bonita Avenue (2010) was zijn bejubelde debuut, waarop hij naar verluidt net zo lang had gebroed tot hij ieder hoofdstuk het schoolcijfer 10 waard vond. (Informatie die ik heb van een oud-klasgenoot van de schrijver, een oud-collega van mij uit het oosten van het land). Perfectionist, maar meer nog een kluizenaar, die weet dat perfectie onbereikbaar is; “aan een tekst blijf je altijd morrelen.” Otmars zonen verscheen niet eerder dan negen jaar na zijn debuut en voor de Jaknikker werd uiteindelijk nog eens zes jaar uitgetrokken. Schrijven als ambacht, zeven tot acht uur per dag zitten. En ’s avonds lezen: het absorberen van de vele woudreuzen van de internationale literatuur.

Naar de schaakmatch: Boris Spassky’s zonen, als wij dat niet zijn wie dan wel?, speelden deze eerste ronde tegen LOS, dat zichzelf met ons verwant voelt. “De jongere versie” aldus dubbel-oud-Spassk Jan Joris , lid van het eerste uur van LOS.  Jaknikkers zijn we geen van alle, ik ken in elk geval geen bontere verzameling van eigenwijze personen als de Spassky’s. Zelf blaas ik daarin ook mijn partijtje en toontje mee uiteraard.

Voor we aan de wedstrijd begonnen, was er aandacht voor een mede-oprichter van LOS, ons allen alweer drie jaar geleden ontvallen . Tijdens de minuut de stilte (die eerder een tijdloze tijdseenheid betreft dan 60 seconden doorgaans) mijmer ik waar Casper zou kunnen zijn. Is hij mogelijk ter plekke, daar in dat verenigingsgebouw van de Vrijgemaakt Gereformeerde studenten vanmiddag dienstdoend als thuishonk van LOS? Als er een Schepper is, er meer tussen hemel en aarde dan wij weten, wij behalve stoffelijk ook onstoffelijk zijn, dan sluit ik niets uit. Want wat kan een beter tijdsbedrijf zijn, voor een schaakminnende ziel op een regenachtige zaterdagmiddag dan een bezoek aan de derby LOS – Spassky’s?

Geposteerd op de bar keek ook Boris toe. LOS heeft hier nog geen equivalent voor gevonden, al heb ik ze de suggestie van een portret van een losbol aan de hand gedaan. ChatGPT komt met

Niet helemaal waar ik zelf aan dacht, maar wat maakt dat uit. Print hem gerust uit en lijst hem in mannen! Vanaf de muur hield ook Willem een koninklijk oogje in het zeil.

De wedstrijd. Hoewel er een onderstroom is van eigenwijze Spassken die mij dat liever zou verbieden, toch de nodige diagrammen, zonder hopelijk al te veel openingsgeheimen prijs te geven.

Onze enige zege viel aan bord 2. Erik schaakt zoals Buwalda schrijft. Je hoort hem niet. Je ziet hem nauwelijks, op een enkele nieuwsgierige blik op je bord na (vergelijk Buwalda die ’s avonds klassiekers leest en dan even niet schrijft): Wat hebben mijn teamgenoten zich nu weer op hun hals gehaald? Van structuur naar chaos:

Rietman – Hoeksema, stelling na 17 c4

Er volgde: 17..e4! 18 Pd2 Pg4 en nu verloste Frits zich vakkundig uit zijn lijden met het subtiele pionzetje 19 h3.

Een subtiele pionzet dacht ik zelf op bord 3 ook te zien, slagzet en stukoffer ineen, en niet zonder trots kan ik mijn ingebeelde fanbase melden: het was nog correct ook! Na een opening waarin ik zelfs voor mijn doen ongebruikelijk vroeg begon met wanordelijkheden (5. Dg4?!), had Koen op één zet duidelijk verzuimd om groot voordeel te pakken en daarna was het initiatief aan wit geraakt.

Bord 3 Van Putten – Lambrechts, stelling na 24…e5

Hier zag ik een kans. Ik had niet alle tijd van de wereld meer, maar wel meer dan mijn tegenstander. Twee varianten leken mij kansrijk tot winnend, ik koos helaas even later toch de verkeerde. 25 axb6! Niet is zo makkelijk als schaken met een engine aan je zijde, maar het stukoffer is beslist correct. Dat is helaas niet meer zo na 25…xf4 26 Lxf4?

Uiteraard had ik ook 26 bxa7 gezien, met talloze dreigingen, maar ik miste de rust om te constateren dat na 26…xg3 27 xg3 zowel Lf4 als Db6 in de lucht hangt, niet beide tegelijk te pareren. Echter, het echte probleem was dat ik zwarts parade zo op zet 28 niet vooruitzag.

26..a6! Het enige, ook door mij berekend. 27 Db4 Pe4 28 f3 Dc3!

Bord 3 Van Putten – Lambrechts, stelling na 28…Dc3

Jammer genoeg zit deze verdediging erin en ondanks weinig tijd, mijn tegenstander vond hem. Er restte nog wat vissen in troebel water na 29 Db1 Pc5 30 Dxf5 Te2 31 Ld2!? maar koel omzeilde Koen alle klippen die ik nog wist op te werpen. Een verdiende zege, mijn tegenstander zag op het cruciale moment net een zet dieper dan ik.

Op bord 1, ik heb er weinig van gezien op het moment zelf, voltrok zich iets vergelijkbaars:

Bord 1 Riemens – Van Assendelft, stelling na 14..Lc5

15 Txf7+! Een correct torenoffer, en nog wel van een ander kaliber dan 25 xb6 vind ik, maar evenals op bord 3: foutief berekend door onze witspeler…

15…Txf7 16 Pxe6?

Michael: “Fout, wit moet met de dame op e6 slaan. Na 16…De7 17. Dxe7 Lxe7 18. e6 Tf8 19 exd7+ Kh8 20. Pe6 of Pf5 heeft wit volgens de computer groot voordeel, hetgeen ik achter het bord betwijfelde. Niet dus! Ik had echter een andere variant berekend, die op het bord komt.”

In het vervolg verdedigt Floris nauwkeurig. Nogmaals Michaels eigen commentaar:

“…Lxe3+ 17. Dxe3 Db6 En hier kwam ik ineens erachter dat mijn geplande zet 18. Dxb6 Pxb6 19. Pd8! met ‘prachtige’ winst faalt op 19…Pc4 -die ik had gemist- en ik een toren zou achterstaan. Door die fout in mijn berekeningen blokkeer ik meteen. 18. Pd4? Na 12 minuten rekenen gespeeld. Hierna is het meteen uit. 18…Pc6 19. Td1 Pcxe5 Opgegeven door wit. Na afloop liet Robert echter zien dat de computer in de stelling na 18 Dxb6 Pxb6 19 Pd8 Pc4 de variant 20. e6 Te7 21. Pxb7 Txb7 22 a4! aangeeft, met slechts klein voordeel voor zwart. Krankzinnig!”

Bord 1 Riemens – Van Assendelft, analysediagram na 22 a4

Op bord 4 Joop. Hier een verzoeknummer van de LOS-speler: Of wij in onze administratie willen bijwerken dat de heer A. Dijkstra, (ons onbekend of er sprake is van een vaste woon- of verblijfplaats, vermoedelijk wel) met onmiddellijke ingang zijn vaste-klantenkaart bij de Spassky’s heeft opgezegd.

Het werd inderdaad remise, dat zag ik ook, al miste Joop wel degelijk een mooie kans om de LOS-speler in ons klantenbestand opgenomen te houden.

Dijkstra – Houtman, stelling na 23 f5

Vanwege algehele positionele malaise heeft wit net speculatief f5 gespeeld, wat het sterkst met 23…exf5 gepareerd had kunnen worden. Joop koos voor gxf5 en hoewel hij een toreneindspel bereikte met een pion meer, verzandde dat in remise.

Evert kende wat fysiek ongemak in de aanloop, maar stond er, chapeau. Partij aan bord 5 leek ook lange tijd, zeker tot zet 15, prima te verlopen. Langzaam echter kantelde de stelling. Evert offerde nog wel zijn dame, dat kwam neer op ruilen.

Janse – De Groot, stelling na 24…Le6

Meer een intermezzo dan hemelbestormend: 25 Dxe6 Txe6 26 Pf7+ Het resulterende eindspel bleef verloren, vooral door de zwarte vrijpion.

Robert mocht het op het zesde bord opnemen tegen Jan-Joris. Met alle respect: die wordt toch ook wel een tikje ouder. Waar een niet nader te noemen 55-jarige op zet 5 zijn tegenstander al naar de keel greep, verantwoord of onverantwoord, kwam hier eerder dan verwacht toch de opa Groenewold uit een vroeger verslag al om het hoekje te kijken. Een tactiek die hijzelf na afloop omschreef als “ik wilde eens kijken wat Robert ging doen.”

Groenewold – Leenes, stelling na 22 Dc2

Terecht was Robert hier niet ontevreden. Helaas gaat het nu wel mis: 22…Pc5? Als een tijger laat Jan-Joris zich thans uit de boom vallen, waarin hij prinsheerlijk lag te pitten: 23 e5! en zwart werd langzaam op de koningsvleugel overlopen.

Over naar bord zeven, waar Maurits wel de door hem verwachte opening op het bord kreeg, maar zijn tegenstander al snel van de vooraf door onze speler uitgeplozen paden afweek. Meteen na de opening werd de vredespijp gerookt.

Pastoor – Logtmeijer, slotstelling na 17…Pg4

Prima gedaan.

Tot slot het acht(er)ste bord, waar Menno werd overvallen door een acute vorm van schaakblindheid. In goede stelling ging hij een afwikkeling in, die hem twee stukken kostte in plaats van een dame opleverde:

M. de Jong – Van ’t Veld, stelling na 13 Pd2

13…Pxd4? 14 Lxg4 Pf3+ 15 Pxf3 en de witte dame stond helaas weer gedekt. Schaken blijft voor alles nauwkeurig visualiseren denk ik wel eens. ‘Een snuffelend-graaiend zien’, zoals Donner het ooit weergaloos omschreef.

6-2 derhalve, maar niets leukers dan scorebordjournalistiek. Als Michael en Putski beiden hun correcte stukoffers adequaat hadden afgewikkeld en Evert, Menno of Robert (één is genoeg) een halfje hadden vastgehouden, dan hadden we gewoon gewonnen! De zwartspelers op bord 1 en bord 3, zij waren de helden van de dag geweest. Ononderbroken gefêteerd en met eerbetuigingen overladen minimaal tot de volgende ronde, fantaseer ik vrolijk verder.

Enfin. Zo ging het helaas niet, bij het sluiten van de markt beperkten onze bordpunten zich tot een schamele twee. Hooguit met iets meer veine had er meer ingezeten, maar LOS won hoe dan ook verdiend.  Verbroedering, bier en pizza’s waren er na afloop voor wie niet halsoverkop naar Groningen – Telstar vlogen. FC Groningen, net als de Spassky’s, scoorde tweemaal. Maar was desondanks wel ook duidelijk de mindere van tegenstander Telstar. In de samenvatting zie je dat niet, op de tribune zag je dat wel.

Een verslag is nooit af, je blijft eraan morrelen, om met Buwalda te spreken. Ik stop toch, maar niet na nog één vaststelling. Mocht hij nog zijn: Casper heeft vanmiddag genoten. Ik wil daar graag in blijven geloven; tegen alle wetenschap in. (Zo’n Darwin beschreef wat mij betreft de schepping en haalde slechts de Schepper eruit.) Dat wou en wil ik toch nog even zeggen. Ik verwacht geen jaknikkers.

Putski